Nico Schimmel over wonen: 'Hoe helpen we jongeren aan een betaalbare woning'

Ook in Gooise Meren is een groot gebrek aan woningen. De gemeente doet veel om inwoners te helpen aan een betaalbare en passende woning. Wat gaat de gemeente nog meer doen? En wat maakt het soms moeilijk? Samenwerken met inwoners, corporaties en de raad is de sleutel tot succes. Wethouder van wonen Nico Schimmel legt het beleid van het college van burgemeester en wethouders uit.

In de woonvisie belooft de gemeente de bouw van 2.500 nieuwe woningen, hoe is het daarmee?

‘Die 2.500 is het totaal en bestaat uit plannen op verschillende locaties. Van een paar honderd nieuwe woningen tot kleinere projecten. Goede voorbeelden van kleinere projecten zijn de Emma-locaties en Mariënburg in Bussum. Voor andere nieuwbouwprojecten liggen plannen klaar, en voor een deel wordt nog gezocht naar geschikte locaties.’

En voor wie zijn deze woningen?

'De meeste nieuwbouw zijn huurwoningen voor mensen met een laag en middeninkomen. Deze worden gebouwd en aangeboden door woningencorporaties. Daarnaast worden betaalbare koopwoningen gebouwd voor inwoners die iets te veel verdienen voor sociale huurwoningen. De rest zijn duurdere koopwoningen.'

Waar komen de meeste woningen?

‘Voor ongeveer 1.000 woningen zijn al concrete plannen gemaakt. Voor andere woningen zijn de plannen nog niet gemaakt, maar hebben we wel gebieden in gedachten. Een groot deel komt wat ons college betreft in Bussum-Zuid en in Muiden Noordwest.’

En de rest?

‘Dat zijn meestal projecten met een kleiner aantal woningen. Ik geef een voorbeeld: een woningcorporatie wil een huizenblok klaarmaken voor de toekomst, maar de woningen zijn zo oud dat verbouwen geen zin heeft. Dus ze willen slopen en nieuwbouwen. Bij zo’n plan kijken we of ook nog een paar extra woningen op die plek bijgebouwd kunnen worden. Tegelijkertijd besteden we aandacht aan de voorzieningen. Zijn er winkels in de buurt? Is er genoeg kinderopvang? Kun je in de buurt sporten? Is er een speelterrein? Waar kunnen we parkeren?’

Wie maken die plannen en voeren ze uit?

‘Samen met woningcorporaties maken we een zogenaamde ‘kansenkaart’. Waar in onze gemeente is nog plek om nieuwe woningen te bouwen? Met veel plukjes nieuwbouw kom je uiteindelijk tot een aardig aantal. Maar we moeten ook eerlijk zijn; omdat we niet willen bouwen in groene gebieden, niet in ons erfgoed en niet al te hoog, lopen we wel tegen onze grenzen aan.’

Wat is het doel van de gemeente?

'Wonen is een grondrecht. Het is de basis van ons leven, en wij voelen ons verplicht alles te doen om onze inwoners te helpen aan een betaalbare en passende woning.
Wij hebben hard gewerkt om de inwoners van onze gemeente voorrang te geven bij de eerste toewijzing van nieuwe woningen. Dat is belangrijk omdat mensen daardoor meer kans hebben om in hun eigen buurt of wijk, maar in elk geval in hun gemeente kunnen blijven wonen.'

Heel Nederland heeft de mond vol over woningnood, maar kunnen inwoners hier ook iets aan doen?

‘Als er verandering op komst is, zetten veel mensen eerst de hakken in het zand. Ik snap dat, het is een natuurlijke reactie. Met eerlijk overleg proberen we die hakken uit het zand te krijgen, zodat we samen kunnen optrekken. Dit noemen we ‘participatie’ en lukt alleen als iedereen z’n best doet. De gemeente moet duidelijk zijn over de plannen en inwoners moeten bereid zijn om met een open blik te luisteren naar die plannen. Veel mensen geloven het niet, maar wij willen echt graag dat we tijdens dit soort bijeenkomsten de plannen samen beter of mooier maken. Kijk, als iemand echt tegen elke vorm van nieuwbouw is, dan houdt het op. Maar er is ook een deel van de inwoners die wel zin heeft in een mooiere wijk of buurt. Wat ons betreft vragen we ons samen af: Hoe kunnen we onszelf en onze (klein)kinderen helpen aan een betaalbare woning?’

Wat zijn de grootste obstakels?

‘Naast nieuwbouw moeten we proberen de zogenaamde ‘doorstroom’ op gang te krijgen. Ook in Gooise Meren wonen veel senioren in een huis waar ze als gezin al woonden. De kinderen zijn vertrokken, het huis is eigenlijk te groot, maar de huur is laag, dus blijven de bewoners zitten. En geef ze eens ongelijk.’

Maar...

‘Wij moeten deze mensen helpen om naar een beter passende woning te gaan die veel moderner is en past bij hun levensfase. Nee, niet achter de geraniums, maar wel gelijkvloers, goed geïsoleerd en niet veel duurder. Als senioren doorstromen, komt hun huis vrij voor jonge gezinnen die nu op een flat met 2 kamers wonen. Omdat dit gezinnetje ruimte maakt, kan in die woning een startende alleenstaande of een jong stel. En zo komt de trein op gang. Die doorstroom zit nu verstopt.’

En hoe krijgen we die doorstroom op gang?

‘We kunnen veel doen. Een voorbeeld: senioren blijven zitten omdat ze een lage huur hebben. Ze willen misschien wel een nieuw huurappartement, maar dat kunnen ze niet betalen. Misschien kunnen wij financieel een handje helpen? Of als ze enorm opzien tegen de verhuizing, dan zorgen we voor hulp of een vergoeding voor de verhuiskosten.’

Dus met doorstroom is een flink deel van het probleem opgelost?

‘Dan zijn we op de goede weg. Maar als we senioren willen laten doorstromen, moeten we wel de juiste woningen voor ze hebben. Dus een groot deel van de nieuwbouw is appartementen voor senioren.’

De grootste kans op succes?

‘Samen de schouders eronder. Met woningcorporaties, ontwikkelaars en inwoners. Veel overleggen, wilde ideeën uitwisselen en zorgen voor balans in de wijken.’

Het wildste plan?

‘Laatst kwam een idee op voor een tijdelijke ‘wijk’ van 2.000 tiny houses die je na 15 jaar weer weghaalt. Een interessant plan om over na te denken. Kortom: alle plannen zijn welkom.’