Hugo Bellaart over woningnood in Gooise Meren: 'We moeten elkaar wat ruimte gunnen'

Het staat in elk verkiezingsprogramma, en elke gemeente worstelt met dezelfde vraag: Hoe lossen we de woningnood op? Waar vinden we geschikte plekken voor nieuwe woningen? En, waarom duurt het veelal zo lang voordat er daadwerkelijk gestart wordt met bouwen? Wethouder Ruimtelijke Ordening Hugo Bellaart vertelt wat de grootste obstakels zijn.

‘Eind november 2024 is de ‘Woonvisie’ aangenomen met daarin onder andere onze bouwambities. Onze ambitie is om over 5 jaar 2.500 extra woningen toe te voegen. Dat kunnen we alleen halen als we met het college en de gemeenteraad de schouders eronder zetten. Op veel plekken zijn het moeizame processen, waardoor we vertraging oplopen. Ik gebruik het woord niet snel, maar ook in Gooise Meren zitten we midden in een wooncrisis.’

Wat zijn de grootste obstakels waar jullie tegenaan lopen?

‘Om te beginnen hebben we afgesproken dat we in principe niet bouwen in de natuur en ook ons erfgoed laten zoals het is. Dat is een mooi streven, maar het betekent ook dat we alleen woningen kunnen bijbouwen in bestaande woonwijken. Bij het inpassen is gebrek aan parkeerruimte ook vaak een probleem.’

En dan begint de ellende?

'Nou, zo zou ik het niet willen zeggen. Ik denk dat iedereen wel begrijpt dat we te weinig passende woningen hebben en dat we echt iets moeten doen. Dat betekent dat we bij jou in de buurt woningen bij moeten bouwen. Ook al heeft iedereen begrip voor de woningnood, als die plannen dichtbij komen, kijken mensen er toch anders tegenaan. ‘Nieuwe woningen, goed idee, maar niet in mijn buurt.’ Dat is een begrijpelijke reactie. De gemeente kijkt daarom ook naar mogelijkheden de bestaande bebouwing beter te benutten.

Inwoners van het dichtbevolkte Nederland wonen ongeveer op het grootste aantal vierkante meters van Europa, veel meer dan grote landen als Duitsland en Frankrijk. Dat is opvallend. Het aanbod van vooral gezinswoningen sluit niet goed aan op het groeiende aandeel 1- en 2-persoonshuishoudens. Daarom is er vooral behoefte aan pássende woningen bijvoorbeeld appartementen.'

Wat kunnen we daaraan doen?

'Laat ik beginnen met te zeggen dat wij als gemeente, maar ook woningcorporaties en particuliere investeerders hierin een belangrijke rol spelen. Als gemeente moeten we inwoners vroeg betrekken bij de plannen. In gesprek gaan, echt luisteren en – als het past in het omgevingsplan – proberen tegemoet te komen aan bezwaren. Daarnaast moeten we betrokken inwoners goed op de hoogte houden.
Ik geloof dat we de laatste jaren hebben geleerd dat inwoners best vaak begrip hebben voor de plannen. Want er is ruimte, maar daarvoor moet soms wel iets worden ingeleverd. De oplossing is niet alleen te vinden in andere wijken; ook bij jou en mij in de buurt moeten we iedere mogelijkheid om bij te bouwen bekijken. De nood is hoog.'

En de politiek?

'Lokale politici hebben de taak de plannen te toetsen aan onder andere omgevingsplannen. Voldoet een ontwerp aan de voorwaarden, dan kunnen we in principe aan de slag. Nu houdt de raad weleens plannen tegen of vertraagt deze door gedetailleerde aanpassingen voor te stellen, ook als deskundigen van bijvoorbeeld stedenbouw, ruimtelijke ordening en verkeer plannen al grondig hebben bekeken. De eerder uitgesproken ambities verdwijnen dan weleens naar de achtergrond. Dat is ook een frustratie van de Rijksoverheid, dat daarom de regie steeds meer naar zich toe wil trekken, weg bij gemeenten.'

Wat vindt u van het onbegrip van inwoners?

‘Nogmaals, ik begrijp best hoe dit werkt, maar het baart wel zorgen. Inwoners moeten de ruimte hebben om op te komen voor welbegrepen eigenbelang. Dat is ook verankerd in de wet. Maar er zijn ook situaties waarbij de bouwplannen aan alle eisen voldoen, met 99% kans dat het doorgaat. Procederen wordt dan een methode om te vertragen. De woningzoekende inwoner van Gooise Meren blijft dan in de wacht.’

En wat vinden woningzoekenden hiervan?

‘Tja, zij komen nauwelijks aan het woord. We horen natuurlijk vooral inwoners die wél beschikken over een woning. Woningzoekenden komen we ook zelden tegen in bezwaarprocedures. Zij zijn niet georganiseerd, ze wonen hier misschien (nog) niet. We kennen de verhalen wel. Daar zitten ook de kinderen van de buren bij. Als je als 30-jarige geen eigen plek hebt, kun je ook geen volgende stap maken, een gezin stichten en dat leidt tot frustratie en spanningen. Daarom willen we juist ook bouwen voor enerzijds starters en anderzijds senioren, ook met het oog op de doorstroming.’

Het draait dus om meebewegen en begrip?

'Dat zijn 2 belangrijke voorwaarden om plannen van de grond te krijgen. Niet alleen voor de gemeente en investeerders, maar ook voor inwoners die plannen krijgen voorgeschoteld in hun buurt. Geloof mij, elk plan dat bij de gemeente binnenkomt wordt grondig getoetst en moet voldoen aan alle voorwaarden die het college en de raad hebben vastgelegd. Als het niet voldoet, moet de investeerder terug naar de tekentafel, totdat het plan past binnen de regels en voorwaarden die we samen hebben vastgelegd.
Dit geldt ook voor participatie: als een initiatiefnemer te weinig doet aan informeren en luisteren naar buurtbewoners komt dat als een boemerang terug. Inwoners hebben overigens vaak goede ideeën die een plan echt beter maken. Ook in die zin is burgerparticipatie gewoon heel waardevol.'

Hoe komen we uit deze crisis?

‘Inwoners, investeerders en gemeente moeten elkaar wat ruimte gunnen, anders komen we er niet uit. We hebben ook investeerders nodig, want de gemeente bouwt geen huizen, maar maakt alleen bouw mogelijk. Het animo om te investeren loopt momenteel terug als gevolg van (landelijke) regelgeving. Vanuit de gemeente stellen wij ook eisen: een derde moet bestaan uit sociale huurwoningen (vaak onrendabele woningen) en nog eens een derde moet bestaan uit middeldure huur of koop en het overige zijn dan vrijesectorwoningen die doorgaans het rendement leveren. En zoals gezegd: we moeten vroegtijdig in gesprek met de buurt over plannen. Niet alleen voor noodzakelijk draagvlak, maar ook gewoon om plannen te verbeteren.’

September 2025