Hoofdlijnen

We presenteren hier, zoals in het voorwoord staat, in één klap de Programmabegroting 2019-2022. In deze schets accentueren we de hoofdlijnen uit de begroting, inhoudelijk en financieel.

1.1 Inhoudelijk

Programmabegroting en College-uitvoeringsprogramma

Het College -uitvoeringsprogramma is bijgevoegd als een bijlage bij de begroting. De betekenis is echter niet die van een bijlage. In dit uitvoeringsprogramma zijn de keuzes te vinden van ons college. De keuzes die in het uitvoeringsprogramma worden gemaakt, worden gevoed en begrenst door de aanwezige ruimte in de begroting. De gemeenteraad wordt om instemming van de begroting gevraagd en daarmee feitelijk ook met de extra uitgaven die nodig zijn voor bepaalde onderdelen van het College-uitvoeringsprogramma. Het College-uitvoeringsprogramma biedt een overzicht van de plannen voor de gehele collegeperiode, dus voor de komende vier jaar. In de begroting ligt het accent op het komende jaar (2019).

Van Coalitieakkoord naar College-uitvoeringsprogramma

Het Coalitieakkoord 2018-2022 Duurzaam, sociaal, veilig en vitaal is de basis voor de uitwerking van het College-uitvoeringprogramma. Aan de keuze van het college liggen, naast de programma’s van de coalitiepartijen, het overdrachtsdocument van het voorafgaande college en de accenten in het zogenaamde Interbestuurlijk programma (IBP) ten grondslag.

Interbestuurlijk programma

Nederland staat de komende tijd voor een aantal uitdagingen, zoals de energietransitie, het tegengaan van eenzaamheid en het terugdringen van het aantal mensen met problematische schulden. Het Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen pakken deze grote maatschappelijke opgaven gezamenlijk aan: het Interbestuurlijk Programma (IBP). In het IBP staan de volgende maatschappelijke opgaven centraal:

  1. Samen aan de slag voor het klimaat
  2. Toekomstbestendig wonen
  3. Regionale economie als versneller
  4. Naar een vitaal platteland
  5. Merkbaar beter in het sociaal domein
  6. Nederland en Migrant goed voorbereid
  7. Problematische schulden voorkomen en oplossen
  8. Goed openbaar bestuur in een veranderende samenleving
  9. Passende financiële verhoudingen
  10. Overkoepelende thema's (bijvoorbeeld Europese Unie, Grensoverschrijdende Samenwerking)

De verschillende overheden hebben elkaar meer dan ooit nodig om deze maatschappelijk vraagstukken met succes tegemoet te treden. De gemeenten hebben extra middelen van het Rijk ontvangen, in de vorm van een verruiming van het accres, om parallel en in lijn met acties vanuit medeoverheden aandacht te besteden aan die uitdagingen.

Uitvoeringsprogramma voor vier jaar

De afgelopen periode zijn de acties en eventuele extra kosten in kaart gebracht die nodig worden geacht om de doelen van het college (2019 - 2022) te realiseren. Uiteindelijk ligt er een uitvoeringsprogramma voor de gehele collegeperiode. De benodigde middelen zijn opgenomen in deze programmabegroting.

College-uitvoeringsprogramma

Het College-uitvoeringsprogramma kent drie onderdelen: speerpunten, uitvoering en nieuw beleid/nadere uitvoering.

Speerpunten

We herkennen ons in de uitdagingen die in het IBP worden geadresseerd. Onze speerpunten sluiten nauw aan bij het Interbestuurlijk programma: verduurzaming (met accent op klimaat en het vergroenen van de gemeente – ook met het oog op klimaat bestendigheid- en energietransitie), democratische vernieuwing, leefbaarheid en financieel gezond en economisch vitaal. Deze speerpunten sluiten overigens ook aan bij de accenten van het voorgaande college. Het speerpunt leefbaarheid is wel nieuw. Ons college wil samen met inwoners werken aan vergroten van leefbaarheid, met name door de voornaamste bronnen van (over)last (gezamenlijk) te adresseren. De extra middelen die het college (tijdelijk) wil inzetten, komen vooral ten goede aan deze speerpunten.

Accent op uitvoering

De eerste collegeperiode van Gooise Meren kende een sterk accent op plan- en visievorming. Er zijn plannen en visies opgesteld voor sport, wonen, de buitenruimte, burgerparticipatie, economie, onderwijshuisvesting en de omgang met vastgoed en accommodaties in eigen bezit en/of beheer. De komende vier jaar wordt het accent verschoven naar de uitvoering. We gaan onze plannen en visies realiseren. Op alle genoemde gebieden zullen uitvoerende activiteiten plaatsvinden. De komende vier jaar zullen daarnaast diverse projecten in de fysieke ruimte worden uitgevoerd. Denk hierbij aan Crailo, Bensdorp, Borgronden, Centrumplan Bussum, de Krijgsman, Naarden buiten de Vesting en Verder met de Vesting Muiden.

In het verlengde van het accent op uitvoering continueren we het uitvoeren van onze plannen en visie op het sociaal domein. Daarbij kiezen we ervoor om de verschuiving van het verstrekken van maatwerk- voorzieningen naar versterking van basisvoorzieningen (ontmoeting, eigen kracht, preventie, aandacht voor positieve gezondheid) kracht bij te zetten. Dit doen we door de samenwerking te zoeken met inwoners, ondernemers en professionals uit diverse disciplines (veiligheid, zorg en welzijn), maar ook door een innovatiebudget te reserveren en een aantal veelbelovende pilots uit te voeren. Bij de pilots gaan we er vanuit dat wanneer deze succesvol zijn, de investeringen zich terugverdienen doordat er minder een beroep wordt gedaan op (vaak dure) maatwerkvoorzieningen.

In dit verband kunnen we niet ongenoemd laten dat we als koplopergemeente hard werken aan Gooise Meren als een inclusieve gemeente. Een gemeente waarin iedereen kan meedoen en waarin rekening gehouden wordt met behoeften van mensen met een handicap. Ook op het vlak van veiligheid en dienstverlening continueren we de uitvoering van ons beleid. Bij veiligheid hebben we extra aandacht voor ondermijning en zware criminaliteit en bij dienstverlening maken we ruim baan voor digitale dienstverlening. Ook in de fase van uitvoering blijven we de gemeente die samenwerking en participatie hoog in het vaandel heeft staan. Bij de uitvoering van projecten betrekken we inwoners, ondernemers en maatschappelijk partners.

Nieuw beleid en nadere uitvoering

Op een aantal terreinen kiezen we ervoor om nieuw beleid te ontwikkelen. Daarbij is voor een deel sprake van het volgen of uitwerken van reeds gezette stappen. Dit geldt met name voor het beleid op het vlak van parkeren. Op het terrein van wonen met zorg staan we voor de opgave een passend en consistent antwoord te formuleren op nieuwe behoeften. Gooise Meren beschikt niet over een mobiliteitsplan. Zo’n plan moet een veilige en duurzame verkeersafwikkeling in Gooise Meren zoveel mogelijk garanderen. In dit kader besteden we ook aandacht aan de fiets. Alle gemeenten staan voor de opgave zich voor te bereiden op de Omgevingswet. De Omgevingswet vraagt een Omgevingsvisie die op hoofdlijnen de gewenste ontwikkeling van de fysieke omgeving vastlegt. Daarnaast vraagt de wet om omgevingsplannen en zo nodig programma’s die specifieke opgaven in de omgeving adresseren.

Naast deze vormen van nieuw beleid constateren wij twee belangrijke omissies binnen het gemeentelijk beleid. We ontberen integraal jeugdbeleid en cultuurbeleid. De opgave rond jeugdbeleid is de ontwikkeling van de jeugd breed te kunnen zien en samen met onze partners beter (preventief) in de gaten te hebben welke steun en stimulans bijdragen aan kansen en een optimale ontwikkeling van onze jeugdigen. De opgave bij het cultuurbeleid is het aanbod te behouden, te versterken én in te zetten voor verbinding en ontmoeting.

Uitvoerbaarheid

De ontwikkeling en zeker ook de uitvoering van plannen vraagt om een flexibele en wendbare organisatie die in contact staat met de samenleving en die expertise kan organiseren rondom diverse onderwerpen en thema’s (netwerkorganisatie). Dit is een permanent proces van doorontwikkeling van de organisatie en dat doen we met het programma GroeiMee! Daarvoor is in de begroting een structureel budget opgenomen. De middelen worden ingezet bij de uitvoering van specifieke programma-activiteiten en nieuwe initiatieven (GroeiMee Academie, Sturing en Monitoring, Lerende organisatie, Verbinding bestuur-organisatie). In 2020 gaan we de balans opmaken van de ingezette organisatieontwikkeling, om vervolgens opnieuw en verder koers te kunnen zetten naar de moderne gemeentelijke overheid die we willen zijn. Ten behoeve van de uitvoerbaarheid van het voorliggende programma achten wij het noodzakelijk om de organisatie te versterken op het gebied van strategische uitvoering. Het komende jaar moeten op enkele punten in de organisatie, met name bij de brede beleidsafdeling, nog frictie-effecten van de fusie aangepakt worden. We verwachten daarmee ook de balans tussen extern ingehuurde deskundigheid en intern aanwezige kennis en competenties beter aan te laten sluiten op onze organisatiedoelstellingen.

1.2 Financieel

In het Coalitieakkoord is gewezen op de wijze waarop het bestuur van Gooise Meren om wil gaan met de beschikbare middelen, om haar taken uit te voeren. Financiële zorgvuldigheid is daarvoor de basis. Dat betekent ook kritisch zijn op diverse uitgaven en realisme bij de uitvoering van de ambities. In het coalitieakkoord wordt daarnaast de afschaffing genoemd van belastingen waarvoor (vrijwel) geen tegenprestatie bestaat. In die situatie betaalt een deel van de inwoners extra mee aan de algemene middelen en dat willen we niet laten voortduren. We schaffen daarom de hondenbelasting miv 2019 af. Dit alles is vertaald in de bij de programmabegroting opgevoerde activiteiten.

Financieel beeld

Normaliter worden bij de behandeling van de perspectiefnota financiële en inhoudelijke kaders voor de programmabegroting bepaald. Door de gemeenteraadsverkiezingen en het coalitieproces was deze kaderstelling dit jaar niet mogelijk. Derhalve zijn nu de activiteiten uit het overdrachtsdossier van het vorige college (dit betekent met name de uitvoering van het in de afgelopen periode opgestelde beleid), alsmede de speerpunten en overige wensen uit het coalitieakkoord verwerkt in voorliggende Programmabegroting 2019- 2022.

De tabel op de volgende pagina laat de ontwikkeling zien van het begrotingssaldo zoals gepresenteerd bij de Programmabegroting 2018, aangevuld met effecten die reeds eerder door uw raad zijn besloten, financiële effecten de nog verwerkt moeten worden in deze begroting, de uitwerking van het College- uitvoeringsprogramma en aanvullende ontwikkelingen, waaronder de gemeentefonds circulaires in 2018.

We presenteren een financieel beeld met een meerjarig en structureel sluitende begroting, waarbij diverse incidentele investeringen uit het College-uitvoeringsprogramma worden gedekt door onttrekkingen aan de Algemene Reserve dan wel de reserve Sociaal Domein. Deze middelen zetten we tijdelijk in voor de speerpunten uit het coalitieakkoord1. Het extra investeren in deze thema’s is in lijn met het Interbestuurlijk Programma. De uitdaging is de verwachte winst daadwerkelijk te halen door een parallelle aanpak op diverse schaalniveaus.

1 Speerpunten: 1. Democratische vernieuwing: bestuurlijke vernieuwing, samenwerken met inwoners, doe-democratie; 2. Verduurzaming: accent op klimaat en het vergroenen van de gemeente – ook met het oog op klimaat bestendigheid- en energietransitie; 3. De kwaliteit van de leefomgeving: deze willen we zo houden en bedreigingen door o.a. geluidsoverlast van wegen, spoor, vliegtuigen etc. tegengaan; 4. Financieel gezond en economische vitaal: financieel bewust en zorgen voor meer werk in de gemeente.

Het financieel beeld ziet er als volgt uit:


Regelnr.

Omschrijving

2019

2020

2021

2022

bedragen in k€

Besloten t/m 2018 en verwerkt in begroting

1

Begrotingsoverschot bij begroting 2018

721

859

744

544

2

Structureel effect 2e voortgangsverslag 2017

-458

-503

-503

-503

3

Structureel effect 1e voortgangsverslag 2018

-628

-761

-872

-1.123

4

Structureel effect 2e voortgangsverslag 2018

-400

-97

-92

-144

Inhoudelijk besloten; fin effecten nog niet verwerkt in begroting

5

Programmamanager Vastgoed

-90

-90

-90

-90

6

Integraal huisvestingsplan onderwijs

-

-

-1.780

-1.940

7

Visie buitenruimte/beheerplannen

-529

-498

-442

-442

8

Vervallen precario op kabels en leidingen

-

-

-

-470

CUP

9

CUP

-1.159

-385

-260

-220

Overige voorstellen

10

Nieuwe gemeentewerf

PM

PM

PM

PM

11

Versterking van de organisatie

-300

-300

-300

-300

12

Frictie Mens & Omgeving

-250

-

-

-

13

Toename uitkering uit gemeentefonds (maart/mei/september circulaires)

3.794

4.583

5.535

6.180

14

Reservering loon- en prijsstijging

-1.310

-1.310

-1.310

-1.310

15

Indexatie leges en tarieven

344

344

344

344

16

GMiB Inkooptaakstelling

-74

-337

-529

-529

17

Digitalisering

-45

-55

-80

-95

18

Verlenging geldigheidsduur paspoorten

-326

-401

-381

-401

19

Verruiming BTW-sportvrijstelling

PM

PM

PM

PM

20

Wnra

-40

-

-

-

21

Trainees MRA

-134

-134

-

-

22

Vrijval overschot WMO

300

300

300

300

23

Technische ontwikkelingen begroting 2019

875

-283

-20

472

24

Effecten nota Reserves & Voorzieningen

-185

-191

-187

-185

25

Vervallen mutaties reserve precario

300

500

700

-1.000

26

Dekking precario uit Sociaal Domein

-

-

-

350

27

Dekking precario uit fluctuerende uitgavenpatronen

-

-

-

350

28

Dekking precario uit organisatie en overige

-

-

-

250

29

Afschaffing hondenbelasting

-267

-267

-267

-267

30

Dekking afschaffing hondenbelasting (BBZ, Jeugd, Openbare verlichting, Groen)

230

230

230

230

Financieel Beeld Programmabegroting 2019

369

1.205

740

0

Toelichting op het Financieel Beeld Programmabegroting 2019-2022

Regel-nummer

Toelichting

Besloten t/m 2018 en verwerkt in begroting

1

Begrotingsoverschot bij begroting 2018

Op 8 november 2017 heeft de raad de begroting voor de jaren 2018-2021 vastgesteld. Deze begroting laat meerjarige positieve saldi zien.

2

Structureel effect 2e Voortgangsverslag 2017

Het 2e voortgangsverslag 2017 is door de raad eveneens op 8 november 2017 vastgesteld. Naast de effecten voor 2017 zijn er bij dit voortgangsverslag ook besluiten genomen met financiële gevolgen voor 2018 en de jaren daarna. Deze waren nog niet verwerkt in de Begroting 2018-2021.

3

Structureel effect 1e Voortgangsverslag 2018

Het 1e Voortgangsverslag 2018 is door de raad op 4 juli 2018 vastgesteld. Naast de effecten voor 2018 zijn er bij dit voortgangsverslag ook besluiten genomen met financiële gevolgen voor 2019 en de jaren daarna. Opgemerkt wordt dat in dit voortgangsverslag het intrekken van de vermakelijkhedenretributie als structurele mutatie is opgevoerd.

4

Structureel effect 2e Voortgangsverslag 2018

Het meerjarig effect wordt meegenomen bij dit financiële beeld.

Inhoudelijk besloten; fin effecten nog niet verwerkt in begroting

5

Programmamanager Vastgoed

Bij het vaststellen van Het Strategisch Accommodatiebeleidsplan op 14 februari 2018 is afgesproken € 90.000 per jaar beschikbaar te stellen ten behoeve van professionalisering van het portefeuillemanagement vastgoed, te verwerken bij de Perspectiefnota 2019.

6

Integraal Huisvestingsplan onderwijs

Op 24 januari 2018 heeft de gemeenteraad van Gooise Meren ingestemd met het Integraal Huisvestingsplan (IHP) als beleidskader voor de periode 2018 t/m 2030. Het gaat hier om een beleidskader, de daadwerkelijke invulling moet nog moet plaatsvinden. Voor de periode 2018 tot met 2030 zijn de gemiddelde kapitaallasten berekend. Het jaarlijks effect van de stijging van de structurele kapitaallasten tot 2030 bedraagt circa € 2,7 mln. Door de vaststelling van het IHP liggen de financiële consequenties min of meer vast. De vaststelling van individuele investeringsvoorstellen door de raad kan echter nog leiden tot verschuivingen.

7

Visie buitenruimte/Beheerplannen

De raad heeft op 14 februari 2018 de Visie Buitenruimte Gooise Meren vastgesteld. Op basis van deze visie heeft het college de beheerplannen voor het onderhoud van de kapitaalgoederen uitgewerkt en de uitgaven die hiermee gepaard gaan in kaart gebracht. Op basis van deze plannen is het nodig om de dotaties in de voorzieningen voor het planmatig onderhoud aan de kapitaalgoederen te verhogen. Bij de Perspectiefnota 2018 hebben wij u hierover reeds geïnformeerd en is in de begroting van 2018 hiervoor al een oplopende stelpost opgenomen welke in 2021 structureel € 750.000 bedraagt. Gelet op de nu opgestelde beheerplannen zijn bovenop die stelpost structureel extra middelen nodig voor zowel het planmatig als regulier (dagelijks) onderhoud. De beheerplannen worden door het college vastgesteld, maar de financiële consequenties van de uitwerking van deze beheerplannen moeten nog door de raad worden goedgekeurd.

8

Vervallen precario op kabels en leidingen

Het Rijk heeft bepaald dat vanaf 2022 geen precario op kabels en leidingen meer mag worden opgelegd. Dit betreft in de gemeentebegroting een opbrengst van ruim € 2,1 miljoen.

In het kader van deugdelijk financieel beleid is hiermee vanaf 2019 stapsgewijs rekening gehouden (Perspectiefnota 2018). Vanaf 2022 heeft dit aanvullende nadelige financiële consequenties, oplopend tot structureel € 1,45 mln. vanaf 2024.

College-uitvoeringsprogramma

9

College-uitvoeringsprogramma

Zie bijlage voor globaal effect per programma en voor de onderliggende detail de uitwerking van het coalitieakkoord naar het College-uitvoeringsprogramma.

Overige voorstellen

10

Nieuwe gemeentewerf

Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de huidige situatie en een programma van eisen geformuleerd voor de toekomstige situatie. Zodra dit is afgerond, komt het college met een voorstel en verzoek voor voorbereidingskrediet naar de raad.

11

Versterking van de organisatie

Deze post is reeds eerder opgenomen in het financieel beeld cf. overdrachtsdossier.

12

Frictie Mens & Omgeving

Er is een traject ingezet dat zal leiden tot meer inzicht en sturing en een structureel betere balans tussen de vraag en de daarvoor vereiste/beschikbare vaste én flexibele capaciteit. Medio 2019 zal in dit traject een structurele capaciteitsbehoefte worden geformuleerd. Om tijdens dit traject, tot het moment waarop inzicht bestaat in de structurele capaciteitsbehoefte, het nu onder handen zijnde werk naar behoren te kunnen uitvoeren en voortzetten, is een incidenteel budget vereist van € 250.000. Het betreft een voortzetting van 2017 en 2018 waarin de gemeenteraad hetzelfde bedrag hiervoor ter beschikking stelde.

13

Toename uitkering uit Gemeentefonds

Op deze regel is het uiteindelijk vrij besteedbare deel van de algemene uitkering zichtbaar.

De maart-, mei- en septembercirculaire 2018 bevatten de cijfermatige uitwerking van het Regeerakkoord en de programmastart van het interbestuurlijk programma (IBP) en geeft een geactualiseerd (algemeen) meerjarig financieel beeld voor gemeenten. De financiële vertaling van het Regeerakkoord en toename van de accressen door stijgende rijksuitgaven werken gunstig uit voor gemeenten. Een deel hiervan is geoormerkt voor het Sociaal Domein.

Noot :

De circulaires geven geen duidelijkheid op welke wijze gemeenten een bijdrage moeten leveren aan de opgaven uit het Interbestuurlijk Programma. Hieraan wordt via het College-uitvoeringsprogramma (CUP) al invulling gegeven.

14

Reservering loon- en prijsstijging

In de meicirculaire is rekening gehouden met ca. 2,5 % loon-en prijsstijging. Voorgesteld wordt om deze stijging mee te nemen in de Programmabegroting 2019.

15

Indexatie leges en tarieven

Voorgesteld wordt om ook de diverse leges en tarieven met 2,5% te verhogen, conform de loon- en prijsstijging. Daarnaast wordt voorgesteld om de leges bouwen en begraven extra te verhogen met 2,5% omdat deze leges niet kostendekkend zijn.

Voor een gemiddeld huishouden betekent dit een kostenstijging van ca. € 20 per jaar (OZB: +7; Afvalstoffenheffing: +7; Rioolheffing: +6).

16

Gooise Meren in Balans Inkooptaakstelling

Gedurende 2017 en 2018 zijn er veel bezuinigingen in het kader van Gooise Meren in Balans (GMiB) gehaald. Zoals aangegeven bij de voortgangsverslagen en het overdrachtsdossier 2018 is de inkooptaakstelling een aandachtspunt. Het niet volledig realiseren van deze taakstelling heeft meerdere oorzaken:

- in de praktijk blijkt het lastig om inkoopvoordelen in de begroting zichtbaar te krijgen;

- de hoogte van besparingen bij nieuwe inkooptrajecten/aanbestedingen zijn pas duidelijk na afronding en zijn ook pas na inwerkingtreding contract zichtbaar in de (daarop volgende) begroting;

- de aantrekkende economie zorgt voor minder aanbiedingen en hogere inschrijvingen.

Het overgebleven frictiebudget van GMiB in 2019 en 2020 kan deels worden ingezet als dekking.

17

Digitalisering

Wij willen een klantvriendelijke, dienstverlenende en faciliterende gemeente zijn, die als een i-Overheid op innovatieve wijze de inwoners bereikt en bedient. Willen we de kansen die digitalisering ons hiervoor biedt optimaal benutten, dan moeten we vernieuwen en versnellen. Naast ruimte voor investeringen is ook extra exploitatiebudget nodig.

18

Verlenging geldigheidsduur paspoorten

De geldigheidsduur is verlengd van 5 jaar naar 10 jaar. Hierdoor nemen de jaarlijkse legesinkomsten af.

19

Verruiming BTW-sportvrijstelling

Vanaf 1-1-2019 is er geen BTW verrekening meer op sportactiviteiten; hierdoor wordt de BTW op deze activiteiten kostprijsverhogend. De eventuele effecten voor de begroting moeten nog worden berekend. In de beheerplannen Sport en de investeringen is hiermee al rekening gehouden.

20

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Per 1 januari 2020 wordt de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) ingevoerd. Hiervoor zullen de komende periode diverse voorbereidingen/aanpassingen op arbeidsvoorwaardelijk gebied gaan plaatsvinden. Dit vraagt in 2019 extra inzet op het gebied van juridisch advies arbeidsvoorwaarden, alsmede voor training en bijscholing van adviseurs, medewerkers P&O en voor leidinggevenden/leden OR.

21

Trainees Metropoolregio Amsterdam

De gemeente Gooise Meren start met deelname aan de traineepool van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), waarmee we in 2019 en 2020 in totaal zes trainees willen enthousiasmeren voor werken voor de (lokale) overheid. In 2019 en 2020 is daar incidenteel een bedrag voor nodig.

22

Vrijval overschot WMO

Bij de jaarstukken 2017 werd geconstateerd dat de budgetten voor de maatwerkvoorzieningen in 2018 geheralloceerd moesten worden omdat ten opzichte van de begroting het Wmo-budget een groot overschot vertoonde en het Jeugdhulp-budget een tekort. Ondanks dat er nog tal van onzekerheden spelen binnen het Sociaal domein en de prognosesystematiek nog in ontwikkeling is, vinden wij het verantwoord om een deel van het WMO overschot structureel te laten vrijvallen.

23

Technische ontwikkelingen begroting 2019

Dit betreft diverse mutaties welke het gevolg zijn van het opnieuw inrichten van de begroting, waaronder de toedeling van formatie (uren) aan producten, de doorrekening van de kapitaallasten van het meer jaren investeringsplan alsmede de effecten in verband met de kostendekkendheid van de leges.

24

Effecten nota Reserves & Voorzieningen

Tegelijkertijd met deze begroting wordt de nota Reserves & Voorzieningen aan u voorgelegd. Hierin zitten effecten die invloed hebben op het begrotingssaldo en daarom in dit financieel beeld worden gepresenteerd. Dit betreft met name het corrigeren van in het verleden ten onrechte verwerkte structurele onttrekkingen.

25-28

Effecten vervallen precario, incl. oplossingsrichtingen

Conform raadsmededeling d.d. 5 november 2018 verwerkte oplossingsrichtingen in verband met vervallen van de precario belasting vanaf 2022.

29-30

Afschaffen hondenbelasting

Voor de hondenbelasting bestaat geen redelijke tegenprestatie. Daarmee betaalt een deel van de inwoners van Gooise Meren extra mee aan de algemene middelen. In het coalitieakkoord is overeengekomen dergelijke belastingen af te schaffen.

Dekking voor het vervallen van inkomsten uit hondenbelasting (€ 267.000) is gevonden in:

a. BBZ (Bijstandsbesluit Zelfstandigheden): €50.000;

b. Jeugd €50.000;

c. Openbare Verlichting €55.000;

d. Groen (abusievelijk dubbel opgenomen in huidige begroting): €75.000

e. Ruimte in saldo begroting: €37.000

Leeswijzer

De indeling en inhoud van deze begroting is constant gehouden ten opzichte van de vorige begroting en conform de wensen van de raadswerkgroep, die de inhoud van de P&C documenten heeft beschreven. In de programma’s vindt u antwoord op de zogenaamde drie W-vragen. Wat willen we bereiken? Wat gaan we daar voor doen? En wat mag het kosten? Met behulp van speerpunten en doelenbomen (verbinding tussen doelen en acties) is een en ander inzichtelijk gemaakt. Als aanvulling hierop zijn de programma’s nu in ‘onderwerpen’ verdeeld zodat alle gemeentelijke activiteiten (zowel speerpunten als reguliere activiteiten) in beeld worden gebracht.

De nieuwe BBV regeling verplicht gemeenten een lijst met 39 beleidsindicatoren in hun begroting en jaarrekening op te nemen. Deze indicatoren zijn als bijlage 3 opgenomen, met peildatum juli 2018. De meest actuele gegevens zijn beschikbaar via www.waarstaatjegemeente.nl.

Financiële toelichting per programma

Aan het einde van elk programma vindt u een tabel met de toelichting op de belangrijkste financiële verschillen tussen de Programmabegroting 2018 en 2019, zoals wettelijk vastgelegd in het BBV 2. Deze verschillen hebben voornamelijk betrekking op het College-uitvoeringsprogramma en in bovenstaand financieel beeld opgesomde mutaties.

2 Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten

De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting, bezien vanuit een specifieke invalshoek. U vindt hier de informatie over lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid. In bijlage 4 is de Programmabegroting 2019-2022 ingedeeld naar de verplichte taakvelden die de nieuwe BBV regeling voorschrijft, om vergelijkbaarheid tussen de gemeenten onderling te versterken.

Technische uitgangspunten bij Programmabegroting 2019-2022

  • De raming van de uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de maart-, mei- en septembercirculaires 2018. De cijfers zijn gebaseerd op constante prijzen.
  • Voor het jaar 2019 is in lijn met de meicirculaire uitgegaan van onderstaande indexatie:
    • een loonstijging van 2,5%
    • voor goederen en diensten een stijging van 2,5%
    • tarieven en belastingen een stijging met 2,5%;
    • een rekenrente van 2%.
    Voor de jaren na 2019 zijn alle baten en lasten (incl. loon en prijzen) gebaseerd op het basisjaar 2019 en is geen indexatie verwerkt.
  • In de begroting is een raming voor onvoorzien van € 50.000 opgenomen, bedoeld voor onvoorzienbare, onvermijdbare en on-uitstelbare uitgaven.
  • In bijlage 1 is in het overzicht investeringen het meerjaren investeringsplan opgenomen. In de toelichtingen bij de programma’s is aangegeven voor welke investeringen direct bij vaststelling van deze begroting goedkeuring door de raad wordt gevraagd.

In bijlage 2 wordt de balansontwikkeling, waaronder de staat van Reserves & Voorzieningen gepresenteerd, een belangrijk onderdeel voor de paragraaf Weerstandsvermogen.